Chelsi lag in haar mand, het was een rolze mand, met een wit dekentje erin. Haar kop lag tussen haar poten, In de mand naast haar lag Chow, Haar beste maatje. Chelsi stond op en liep naar de keuken, Hij drinkbak stond rijkelijk gevuld, Het was een rolze drinkbak, maar bijna alles van Chelsi was rolze, ze haate de kleur , maar haar baasje dacht dat ze het leuk vond. Chelsie nam een paar flinke slokken, en draaide haar hoofd naar haar etensbak, ze nam een paar flinke happen en liep naar de huiskamer. Haar baasje zat op de bank naar holland's got talent te kijken. Chelsi liep naar haar baasje toe en stootte tegen zijn been aan. Haar baasje aaide haar een paar keer, en keek toen verder. Chesli's baasje was een chinese man die een bril had, hij had haar gekocht omdat hij gezelschap wou hebben voor Chow. Chelsi liep naar Chow toe en raakte hem even met haar nes op zijn op, toen liep ze verder. Chelsi stond bij de trap en stond binnen een paar treden boven, ze was in de honden-kamer die haar baasje speciaal voor hun had ingericht. Er waren twee bedden, Een rolze voor Chelsi en een blauwe voor Chow. Chelsi hoorde de bel gaan, ze sprong in een paar treden naar beneden, en begon te blaffen voor de deur, Haar baasje kwam eraan en deed Chelsi aan de riem, toen deed hij de deur open en had Chelsi nog in zijn handen, Het was de Chinese vrouw met de twee kinderen, Chelsi begon hard te blaffen tegen de vrouw omdat ze niet wou dat die binnen kwam, Chelsi had een hekel aan die vrouw, Toen de vrouw eenmaal een paar minuten binnen was, mocht Chelsi weer los. Chelsi liep naar haar mand, en de twee kinderen kwamen achter haar aan, de een aaide Chelsi, de ander Chow.